Box 3 Vermogen 2025
Wat zijn de veranderingen rondom box 3? Heb je recht op rechtsherstel? Hoe werken de nieuwe berekeningen? En wanneer kom je in aanmerking voor vrijstelling of compensatie? Op deze pagina houden we je up-to-date.
Box 3 is de belastingbox waarin het inkomen uit vermogen wordt belast, zoals spaargeld, beleggingen en een tweede woning. De komende jaren zullen er belangrijke wijzigingen plaatsvinden in de berekeningen en tarieven. Hier lees je alles over de veranderingen, of je recht hebt op rechtsherstel, hoe de nieuwe berekeningen werken, en wanneer je in aanmerking komt voor vrijstelling of compensatie.
Hoe werkt box 3 nu?
In box 3 wordt het fictieve inkomen uit vermogen belast, gebaseerd op een verondersteld rendement op de waarde van je vermogen op 1 januari van het belastingjaar. Dit fictieve rendement is niet gebaseerd op je daadwerkelijke inkomsten, maar op vaste percentages.
In 2025 geldt een vrijstelling van €57.684 per persoon, of €115.368 voor fiscale partners. Alleen het vermogen boven de drempel wordt belast.
In 2025 zijn de fictieve inkomsten percentages:
- Bank en spaartegoeden 1,44% (voorlopig)
- Beleggingen en andere bezittingen 5,88% (vastgesteld)
- Schulden 2,62% (voorlopig)
Belastingberekening in 2025
- Het belastbaar rendement wordt berekend door fictieve rendementen op banktegoeden, beleggingen en schulden te combineren.
- De rendementsgrondslag wordt bepaald door de waarde van je bezittingen te verminderen met je schulden, rekening houden met een aftrekdrempel van €3.800 per persoon.
- Het heffingsvrije vermogen wordt van de rendementsgrondslag afgetrokken. Over het resterende bedrag wordt een belastingtarief van 36% geheven.
Rechtsherstel en uitspraak Hoge Raad
In 2021 oordeelde de Hoge Raad dat de oude berekeningsmethode voor box 3 in strijd is met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Naar aanleiding van deze uitspraak is er een nieuwe methode ontwikkeld. Op 6 juni 2024 oordeelde de Hoge Raad echter dat ook de huidige methode in strijd is met het EVRM. Vanaf nu mag de Belastingdienst alleen belasting heffen over je werkelijke rendement als dit lager is dan het fictieve rendement.
Rechtsherstel en uitspraak Hoge Raad
In 2021 oordeelde de Hoge Raad dat de oude berekeningsmethode voor box 3 in strijd is met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Naar aanleiding van deze uitspraak is er een nieuwe methode ontwikkeld. Op 6 juni 2024 oordeelde de Hoge Raad echter dat ook de huidige methode in strijd is met het EVRM. Vanaf nu mag de Belastingdienst alleen belasting heffen over je werkelijke rendement als dit lager is dan het fictieve rendement.
Werkelijk rendement doorgeven
Vanaf de zomer van 2025 kun je je werkelijke rendement doorgeven aan de Belastingdienst. Dit proces is bedoeld voor belastingjaren waarin het werkelijk behaalde rendement lager is dan het eerder berekende fictieve rendement. Hieronder leggen we stap voor stap uit hoe dit werkt en wat je kunt verwachten.
Brieven van de Belastingdienst
In oktober 2024 heeft de Belastingdienst brieven verstuurd naar belastingplichtigen die mogelijk in aanmerking komen voor het doorgeven van hun werkelijke rendement. Voor elk belastingjaar waarvoor je het werkelijk rendement mag doorgeven, ontvang je een aparte brief. Hierin staat vermeld hoe je het formulier ‘opgaaf werkelijk rendement’ kunt invullen en indienen.
Formulier invullen
Bij het invullen van het formulier geef je aan wat het werkelijke rendement is dat je in het betreffende belastingjaar hebt behaald. Dit omvat bijvoorbeeld rente op spaargeld, dividenden en eventuele waardestijgingen van beleggingen.
- Lager werkelijk rendement dan fictief rendement:
Als het werkelijke rendement lager is dan het eerder berekende fictieve rendement, kun je het formulier indienen. De Belastingdienst zal het verschil berekenen, en als je minder belasting verschuldigd bent, ontvang je een teruggaaf of compensatie. - Hoger werkelijk rendement dan fictief rendement:
In dit geval hoef je het formulier niet in te dienen. Je betaalt namelijk nooit meer belasting dan wat al berekend is op basis van het fictieve rendement, ook niet als je het formulier wel verstuurt.
De Belastingdienst verwacht tegen het einde van 2025 de berekeningen op basis van het werkelijke rendement afgerond te hebben. Zodra dit is gebeurd, ontvang je een bericht waarin staat wat dit voor jou betekent. Dit kan resulteren in een belastingteruggave of een lagere aanslag dan oorspronkelijk berekend.
Belangrijke aandachtspunten
Bij het aanvullend herstel kan je kosten zoals, transactie of advies kosten bi aan-en verkoop van beleggingen, kosten voor een bankrekeningen, of onderhoudskosten van onroerende zaken en verliezen uit eerdere jaren niet verrekenen. Daarnaast speelt het heffingsvrije vermogen bij de berekening van het werkelijk rendement geen rol.
Voorbeeld berekening belasting over het werkelijk rendement VS op fictief rendement
Sanne heeft in 2023:
- Spaargeld: €200.000
- Aandelen: €200.000
- Fictief rendement: €12.159
Belasting op basis van fictief rendement: €3.890
Werkelijk rendement:
- Rente op spaargeld: €2.000
- Dividend aandelen: €2.000
- Waardestijging aandelen: €3.000
Totaal werkelijk rendement: €7.000
Belasting over werkelijk rendement: €7.000 × 32% = €2.240
Resultaat:
- Belasting over fictief rendement: €3.890
- Belasting over werkelijk rendement: €2.240
Teruggave: €1.650
Aanmerking voor rechtsherstel
Het rechtsherstel geldt voor een brede doelgroep. Belastingplichtigen met een aanslag na het zogenaamde “kerstarrest” van 24 december 2021 kunnen in aanmerking komen, mits tijdig (binnen de vijf jaarstermijn) een verzoek tot ambtshalve vermindering is gedaan. Voor belastingjaren vanaf 2021 geldt het invullen van het formulier ‘opgaaf werkelijk rendement’ als zo een verzoek.
Rechtsherstel voor 2017 – 2022:
- 2017 – 2020: Geldt voor wie bezwaar heeft gemaakt of voor aanslag die nog niet definitief / onherroepelijk vast stonden op 24 december 2021.
- 2021- 2022: Rechtsherstel is automatisch van toepassing.
Categorieën voor rechtsherstel
De regeling voor rechtsherstel in box 3 is opgesplitst in drie hoofdgroepen, afhankelijk van je specifieke situatie en of je eerder bezwaar hebt gemaakt tegen je belastingaanslag. Hieronder volgt een uitgebreide toelichting per categorie.
1. Niet bezwaarmakers
Deze groep bestaat uit belastingplichtigen die geen bezwaar hebben gemaakt tegen hun definitieve aanslagen in de jaren 2017 tot en met 2020 en niet hebben deelgenomen aan de massaal-bezwaarprocedure.
Status:
Momenteel hoef je niets te doen. Je wordt automatisch meegenomen in de massaal-bezwaarprocedure als de Hoge Raad beslist dat ook niet-bezwaarmakers recht hebben op rechtsherstel. Het kabinet heeft de Hoge Raad om duidelijkheid gevraagd of niet-bezwaarmakers alsnog recht hebben op herstel. Deze uitspraak wordt afgewacht.
Wat dit betekent voor jou:
Als de Hoge Raad oordeelt dat je recht hebt op herstel, krijg je de mogelijkheid om een verzoek tot ambtshalve vermindering in te dienen. Dit geldt zelfs als je buiten de normale vijfjaarstermijn valt.
2. Wel rechtsherstel gehad
Deze categorie is opgesplitst in twee subgroepen. Als je het eens bent met de berekening van je aanslag en je denkt dat deze correct is, hoef je geen verdere actie te ondernemen. Als je denkt dat je werkelijke rendement lager is dan wat de Belastingdienst heeft berekend, kun je actie ondernemen.
2017 & 2018
- Als je tijdig een verzoek tot ambtshalve vermindering hebt ingediend, ontvang je in de zomer van 2025 een formulier om je werkelijke rendement door te geven.
- Heb je geen verzoek ingediend, dan val je terug in categorie 1 (niet-bezwaarmakers).
2019
Je kunt gebruikmaken van de tegenbewijsregeling als je voldoet aan bepaalde voorwaarden. Bijvoorbeeld als je definitieve aanslag na 24 december 2021 is opgelegd of als je een verzoek tot ambtshalve vermindering hebt ingediend vóór 31 december 2024.
2020–2023
Vanaf zomer 2025 kun je het formulier ‘opgaaf werkelijk rendement’ invullen en indienen. Dit geldt als een verzoek tot ambtshalve vermindering. Voor belastingjaar 2020 moet je dit uiterlijk 31 december 2025 doen.
Let op: als je het formulier voor je werkelijk rendement niet tijdig indient, verlies je het recht op aanvullend rechtsherstel.
3. Overige
Deze categorie betreft belastingplichtigen met lopende zaken of recent opgelegde aanslagen.
Wie valt onder deze groep?
- Personen waarvan de definitieve aanslag nog niet is opgelegd.
- Personen waarvan de bezwaarprocedure nog loopt.
- Personen die onlangs een brief van de Belastingdienst hebben ontvangen met instructies over het formulier ‘opgaaf werkelijk rendement’.
Als je in deze categorie valt, ontvang je een brief met uitleg over hoe je je werkelijke rendement kunt doorgeven. Dit formulier dient op tijd ingevuld en opgestuurd te worden.
Heb je hulp nodig of wil je meer weten?
Direct één van onze adviseurs aan de lijn
Vul ons contactformulier in en wij nemen contact met je op.
Stuur je bericht via WhatsApp.
Bel ons op 020 – 2170120.