Aandelenopties
Heeft u hulp nodig bij het begrijpen van de inkomstenbelasting regels met betrekking tot aandelenopties? Of wil je meer informatie? Wij helpen je graag!
Verschuiving van het heffingsmoment van aandelenopties
In 2023 kan het aanbieden van aandelenopties aan werknemers voor werkgevers aantrekkelijker worden. Een aandelenoptie is een contract dat werknemers het recht geeft om aandelen van hun werkgever te kopen tegen een vooraf bepaalde prijs, de uitoefenprijs. Voorheen werd er geen belasting geheven op het moment van toekenning van de aandelenoptie aan de werknemer, maar bij uitoefening van de aandelenoptie.
Echter, recente veranderingen in de wetgeving hebben geleid tot een verschuiving in het heffingsmoment. Dit betekent dat werknemers nu belasting moeten betalen op het moment dat de aandelenopties verhandelbaar zijn, in plaats van bij uitoefening. Deze wijziging heeft gevolgen voor zowel werkgevers als werknemers en opent nieuwe mogelijkheden in het gebruik van aandelenopties als beloningsinstrument.
Heffingsmoment
Een belangrijk aspect van aandelenopties is het heffingsmoment, dat recentelijk in 2023 is verschoven (tenzij de werknemer kiest voor de keuzeregeling)*. Het heffingsmoment markeert het tijdstip waarop werknemers belasting moeten betalen over het voordeel dat zij ontvangen bij het uitoefenen van aandelenopties. Voorheen werd dit heffingsmoment bepaald op het moment van uitoefening van de opties.
In bepaalde gevallen kan er sprake zijn van een contractuele beperking op de verhandelbaarheid van aandelen. Dit betekent dat de aandelen niet direct kunnen worden verkocht. In de praktijk kon dit leiden tot liquiditeitsproblemen voor werknemers, omdat zij de aandelenopties nog niet konden verkopen en daardoor mogelijk niet in staat waren om de verschuldigde belasting te betalen. Dit kon tot financiële uitdagingen leiden voor de werknemer, aangezien zij mogelijk niet over voldoende contante middelen beschikken om aan hun belastingverplichtingen te voldoen.
Verandering in 2023
Met ingang van 1 januari 2023 heeft er een verschuiving plaatsgevonden. Het heffingsmoment is nu verplaatst naar het moment waarop de aandelen, verkregen bij uitoefening van het aandelenoptierecht, verhandelbaar zijn. Dit betekent dat werknemers belasting moeten betalen zodra de aandelenopties verhandelbaar zijn en ze de keuze hebben om de aandelen over te dragen of te verkopen. Het voordeel is dat werknemers de mogelijkheid hebben om de belasting uit de verkoopopbrengst van de aandelen te betalen.
De verschuiving van het heffingsmoment van aandelenopties in 2023 brengt belangrijke gevolgen met zich mee voor zowel werkgevers als werknemers. Het opnieuw vaststellen van het belastingmoment naar het moment van verhandelbaarheid van de aandelen opent nieuwe mogelijkheden voor werkgevers om aandelenopties aan te bieden aan hun werknemers. Deze verschuiving kan namelijk aantrekkelijk zijn, aangezien werknemers nu de optie hebben om de belasting te betalen uit de opbrengst van de verkoop.
In het verleden kon het voorkomen dat contractuele beperkingen op de verhandelbaarheid van de aandelen leidden tot liquiditeitsproblemen voor zowel werknemers als werkgevers. Met de nieuwe regeling wordt hier echter rekening mee gehouden, waardoor dergelijke problemen kunnen worden vermeden. Werknemers hebben nu meer flexibiliteit en kunnen de belasting betalen op het moment dat zij de aandelenopties kunnen verkopen.
*Opmerking: De keuzeregeling biedt werknemers de mogelijkheid om te kiezen voor het oude systeem, waarbij het heffingsmoment plaatsvindt op het moment van uitoefening van de opties.
Heeft u hulp nodig bij het begrijpen van de inkomstenbelasting regels met betrekking tot aandelenopties?
Cijfermatig voorbeeld
Een praktijkvoorbeeld ter verheldering van de verschuiving van het heffingsmoment van aandelenopties:
Laten we een situatie bekijken waarin een werknemer op 1 januari 2023 aandelenopties ontvangt met een uitoefenprijs van €100,- per aandeel. Op het moment van uitoefening van de opties is de marktprijs van de aandelen €200,- per aandeel. We nemen aan dat de werknemer 100 aandelenopties heeft ontvangen en met zijn werkgever heeft afgesproken om de aandelen de eerste 5 jaar niet te verkopen.
Onder het oude systeem, waarbij het heffingsmoment plaatsvond op het moment van uitoefening, zou het belastbare voordeel per aandeel €100,- bedragen (€200,- marktprijs – €100,- uitoefenprijs) x 100 = €10.000,- in totaal.
Laten we nu aannemen dat na 5 jaar, wanneer de aandelen vrij verhandelbaar zijn, de waarde van de aandelen is gestegen naar €300,-. Vanwege de verschuiving van het heffingsmoment naar het moment waarop de aandelen verhandelbaar zijn, vindt de belastingheffing nu plaats. Het belastbare voordeel per aandeel bedraagt €200,- (€300,- marktprijs – €100,- uitoefenprijs) x 100 = €20.000,- in totaal.
Dit voorbeeld illustreert hoe de verschuiving van het heffingsmoment van aandelenopties impact kan hebben op het belastbare voordeel dat werknemers moeten aangeven.
Heeft u hulp nodig bij het begrijpen van de inkomstenbelasting regels met betrekking tot aandelenopties?
Direct één van onze adviseurs aan de lijn
Vul ons contactformulier in en wij nemen contact met je op
Stuur je bericht naar 020 – 2170120
Bel ons op 020 – 2170120